Het was al weer een tijdje geleden maar ik had zowaar een uitnodiging ontvangen voor een klassiek huisfeestje. Op Brabantse wijze in een woonkamer met een extra salontafel in het midden en alle mogelijke variaties aan stoelen er om heen. Op de tafel komt dan eerst koffie (minimaal twee kopjes) met gebak (minimaal drie soorten maar je mag er maar één) en daarna pas de verlossende vraag “wil je wat anders drinken misschien?”.
Laat
Ik was aan de late kant dus dat koffieritueel ging aan me voorbij. Er stonden gelukkig al flesjes koud bier op de tafel en het antwoord op de vraag wat ik wilde drinken kon met een simpele vingerwijzing en glimlach worden beantwoord. Maar omdat ik zo laat was, was de stoelkeuze beperkt. Er werd me een wankele tuinstoel aangereikt aan de kopse kant van de woonkamer. Prima. Nu had ik uitstekend zicht op het keuvelende gezelschap.
Observeren
Niet zo bekend zijnde met gastheer en gastvrouw was ik ook niet zo bekend met de aanwezige feestvierders dus ging ik maar eens rustig in de observatiemodus. Want iets verstoorde de gezelligheid en het duurde niet lang voordat ik het zag. Aan de andere kant van de woonkamer, precies tegenover mij, daar zat hij. Ik hoefde hem maar even aan te horen en ik wist, zonder hem te kennen, wie het was. Een notoire zware klager: onmiskenbaar luid, boos, articulerend, dominant en sfeerbepalend.
Hangende schouders
Het gespreksonderwerp ontging me maar het was blijkbaar allemaal ‘zwaar klote en heel erg shit’. Het viel me op dat de mensen links en rechts van hem de schouders al lieten hangen en zwaarmoedig knikkend in de bovenkant van hun bierflesjes keken. “Tja, als je het zó zegt, ja, dan is dat wel heel klote allemaal, ja…” hoorde je ze mompelen. Anderen klaagden al fanatiek mee. En het viel me ook op dat die trend zich langs de lijnen van het veld voortzette: de klaagzang kwam van links en rechts op me toe. Het werd tijd voor actie!
Tegenoffensief
Als tegenoffensief begon ik met mijn buren een gesprek over iets actueels, positiefs en grappigs. Al snel voerden we een geanimeerd gesprek. Er werd gelachen en iedereen ging een beetje meer rechtop zitten. Biertje? Ja, graag! Positieve energie begon onze kant van de woonkamer te vullen maar de negativiteit aan de andere kant had al een paar hordes genomen. Anti-klagen via de flanken zou veel teveel tijd kosten. Ik was te laat om de aanval op gelijke voet te pareren. Wat nu?
De aanval is de beste verdediging
Juist! De zware klager zat recht tegenover mij, slechts gescheiden door een paar meter bierflesjes, bloemkoolstengeltjes, borrelnootjes, pitloze druiven en mini-tomaatjes. Ik besloot voor de rechtstreekse aanpak te gaan. Ik wist inmiddels dat hij Jan heette. Dus ik zei: “He, Jan! Zó erg kan het toch allemaal niet zijn? Noem nou eens een aantal pósitieve aspecten van dat probleem!”. Er viel een stilte; alleen Frans, Jan, Nick en Simon waren nog te horen. Alle blikken waren nu ineens op mij gericht. Oeps…
Stug volhouden
Maar deze ultieme klager liet zich niet zomaar uit het veld staan. Hij deed een zwakke poging iets positiefs te noemen maar dat was niet zo’n succes. “Nee joh, dat is toch niet positief?” zei ik. “Er moet toch wat te vinden zijn?”. Hij zag er geen sjoege in en vervolgde zijn klaagzang. Anti-klagers zijn gelukkig niet voor één gat te vangen dus ik verzon een andere list. Het was me inmiddels wel duidelijk geworden dat Jan een grote passie had: voetballen. Op listige wijze haalde ik waardevolle informatie weg bij mijn borrelburen.
Wat bleek? Het afgelopen weekend had zijn favoriete ploeg ruimschoots gewonnen van een aartsrivaal waarmee de weg naar het kampioenschap vrij was gekomen. Jan was daar behoorlijk euforisch over al werd dat momenteel overschaduwd door zijn gezeur en gezanik over andere onderwerpen.
Voetballen
“…die derde goal was geweldig. Zo’n ommehaal! In de uiterste hoek, perfect uitgevoerd. Mooiste goal van het seizoen, OF NIET DAN, JAN?” eindigde ik mijn zin wat luider. Hij had het al gehoord. En daar was dan het mooie moment: Jan ging naadloos over op zijn passie. Hij bleek alles te weten over het fenomeen “omme-haal”, zelfs in historisch perspectief. Jan kon goed praten (dat hadden we al gezien) en dat uitte zich gelukkig ook in positieve zin. De gezichten aan de overkant klaarden op, de ruggen werden gerecht en er werden nieuwe flesjes bier opengetrokken.
Anti-klagen in de praktijk
Zo werkt dat dus: gewoon proberen, gewoon doen! Niet direct het klagen afkappen, geef het even de ruimte en daarna sla je toe met een positieve prikkel naar keuze. Er staan er maar liefs negen in het Anti-klaagboek en je kunt ze altijd en overal toepassen. Soms werkt de ene wat beter of sneller dan de andere, soms werken ze het beste in combinatie. Hoe dan ook, het doel is negatieve energie op positieve wijze te pareren. Want anti-klagen is net zo aanstekelijk als klagen en daar maak je simpelweg handig gebruik van.
Ik legde mijn lege bierflesje plat op de tafel en ja hoor, het duurde niet lang of ik had al een nieuwe. En zo werd het toch nog een gezellig Brabants feestje. Proost!