Dertien vragen en antwoorden over de balans werk-privé anno 2015

In het kader van een afstudeeropdracht van een jonge student kreeg ik een aantal zeer interessante vragen voorgelegd over de werk-privé balans anno 2015. Het thema van Het anti-sleurboek – Eerste hulp bij baanbalen en ander werkbederf – is onverminderd actueel maar we staan ook op een kantelpunt. Als het gaat om ons werk zit er een revolutie aan te komen!

1. Waaruit blijkt dat mensen een slechte werk-privé balans hebben?

Van de acht miljoen werknemers in Nederland, zo blijkt uit onderzoek, hebben er ongeveer een miljoen in meerdere of mindere mate last van stress door overbelasting op werk. Het is een vloek van de moderne tijd. Het uit zich in ziekteverzuim, verloop en conflicten op de werkplek. Deze conflicten lopen uiteen van veel klagen en ruzie maken tot roddelen en pesten.

Wij zijn homo sapiens sapiens, de moderne, denkende mens en onze hersenen zijn oeroud. Miljoenen jaren hebben we als jagers/verzamelaars in kleine groepen over de savannen gezworven en pas 13.000 jaar geleden zijn we landbouw gaan bedrijven. Toen ontstonden onze grote steden en complexe samenwerkingsverbanden en zijn onze problemen begonnen. De afgelopen tweehonderd jaar hebben industriële, culturele, technologische en digitale revoluties ons overspoeld maar ons brein is nog steeds miljoenen jaren oud. We zijn feitelijk nog steeds jagers/verzamelaars die in kleine groepje proberen te overleven in een wereld die niet meer bij ons past. Het gaat allemaal veel te snel.

2. Welke verhouding tussen professionele- en privé-activiteiten zou ideaal zijn voor een goede balans?

Dat is zo niet in zijn algemeenheid te zeggen. Ieder mens reageert anders op drukte en het komt neer op een combinatie van (on)balans en stress. Op de website bij Het anti-sleurboekwww.antisleurboek.nl – kun je een Workaholic Test doen die juist gebruik maakt van die combinatie. Eerst bepaal je je eigen balans ten opzichte van een ‘nominale werkweek’ van 40 uur. Daarna bepaal je hoeveel stress je hebt. Deze twee worden gecombineerd in een speciale formule en bepalen de Workaholic Score die daarna op jouw Persoonlijke Schaal van Richter wordt geprojecteerd.

Het principe is dat een hoge mate van onbalans – bijvoorbeeld veel uren maken en voortdurend beschikbaar zijn voor de baas – helemaal niets zegt over de mate van stress die je daarvan krijgt. Sommige mensen zijn voortdurend ‘aan het werk’ en gaan fluitend door het leven, anderen raken al ‘gruwelijk in de stress’ van de minste of geringste rimpeling in hun leven. Een ‘ideaal’ is dus niet te benoemen maar het uitgangsprincipe is wel heel simpel: op jouw Persoonlijke Schaal van Richter moet je groen scoren, en niet oranje, rood of bloedrood!

3. Wat zijn de oorzaken van een slechte werk-privé balans?

Oorzaken van een slechte werk-privé balans zijn heel divers dus ik beperk met hier tot twee. Het eerste is een groepseffect. ‘Iedereen’ heeft het druk-druk-druk en omdat we de neiging hebben ons aan de groep te conformeren kopieeren we heel gemakkelijk ongewenst gedrag. Wij zijn groepsprimaten en we nemen voortdurend sentimenten van elkaar over. Als het in een bepaalde groep – lees: afdeling, bedrijf, organisatie, conglomeraat – ‘normaal’ is om voortdurend online beschikbaar te zijn en heel veel uren te maken dan wordt dat al snel de nieuwe ‘norm’ waar we ons aan gaan aanpassen. Ik noem dat collectieve normverlaging.

Het tweede is een individueel effect. We durven niet goed ‘nee’ te zeggen tegen onze baas omdat we hem of haar graag willen plezieren en omdat we bang zijn dat dat ten koste gaat van onze carrière. Het werk stapelt zich dan op en na verloop van tijd is het heel moeilijk om dat nog ‘terug te geven’. De baas is er immers aan gewend dan jij degene bent die er nog wel een tandje bij kan zetten. Ik noem dat een gebrek aan professionele assertiviteit. We zouden veel eerder en veel beter onderbouwd ‘nee’ moeten leren zeggen tegen onze bazen. Iedereen heeft tenslotte recht op een eerlijke werkverdeling.

4. Wat zijn de gevolgen van een slechte balans tussen het professionele- en privéleven?

De gevolgen van een slechte balans laten zich raden. We krijgen het steeds drukker op werk waardoor we minder tijd hebben voor ons gezin, onze familie en onze vrienden. Omdat ‘iedereen’ het doet spreken we er elkaar niet meer op aan. Omdat we steeds minder tijd hebben voor onze dierbaren hebben we automatisch ook minder tijd voor degene die ons het meest dierbaar zou moeten zijn: wijzelf!

We verwaarlozen onszelf, gaan minder bewegen, slechter eten en we geven op wat ons nu juist als mens uniek maakt: onze hobby’s. We stoppen met muziek maken, met dichten en schrijven, met knutselen en puzzelen en met dansen en gek doen. Daarmee verkwanselen we nu juist datgene dat ons onderscheidt van al het andere dat er op deze planeet rondloopt, -kruipt, -vliegt en -zwemt: ons zelfbewustzijn. Wij zijn de enige wezens op aarde die zich existentiële levensvragen kan stellen: wie ben ik, waar sta ik, wat wil ik? Overbelast zijn door werk berooft ons van onze nieuwsgierigheid. Het maakt ons tot slaven van ons werk en reduceert ons tot robots. En die zijn er al genoeg, hè?

5. Wat zijn mogelijke oplossingen om de balans weer te herstellen?

De oplossingen volgen uit de hierboven genoemde oorzaken en gevolgen: we zouden ons minder moeten conformeren aan de groep, dat wil zeggen, we zouden meer moeten nadenken over de koers van die groep en de gevolgen voor onszelf. We moeten dus niet recalcitrant worden maar non-conformistisch. Dat zijn twee heel verschillende dingen!

Daarnaast zouden we professioneel assertiever mogen worden. Dat betekent dus niet zomaar ‘nee’ zeggen tegen onze bazen maar goed onderbouwd en beslagen ten ijs te komen. Haal er je arbeidscontract nog eens bij en kijk wat er ook al weer afgesproken is. Breng je werk gedetailleerd in kaart en relateer dat aan de hoeveelheid uren die je behoort te werken. Is het structureel meer? Breng dat terug naar je baas! Gebruik de vrijgekomen tijd om de relatie met gezin, familie en vrienden weer te herstellen. Kom op voor jezelf zonder tegendraads te zijn en verminder het aantal ‘vrienden’ op de sociale media. Maak het uit met je smartphone – maar wel vriendjes blijven! –  en in vredesnaam, stop met roken, ga meer bewegen, drink met mate, eet gevarieerd en vermijd chronische stress!

6. Hoe kan men voorkomen dat het niet zover komt dat er een slechte balans ontstaat?

De enige manier om dat te voorkomen is slimmer zijn dan het leven zelf! Als je wilt voorkomen dat je je net zo gaat gedragen als de anderen in de groep dan moet je meteen vanaf het begin non-conformistisch zijn en je grenzen stellen. Als ze je leren kennen als een ja-knikker en een mee-doener dan is dat later heel moeilijk te herstellen. Als je wilt voorkomen dat er een slechte balans ontstaat dan zul je vanaf het begin assertief moeten zijn naar je baas toe. Je zult moeten aangeven waar je grenzen liggen en hoe je ze wilt bewaken.

Dat is natuurlijk moeilijk als je young and eager bent en als je zenuwuiteinden op één synaps uitkomen en het zal lang niet altijd lukken. Maar als we niet leren van onze fouten zijn we gedoemd ze te herhalen. Dus zullen we, als we in de valkuil van een chronische overbelasting zijn gestapt, maatregelen moeten nemen om ons er weer uit te graven. Dat kan op verschillende manieren. Wisselen van afdeling, van baas of van job. Erover praten met anderen en samen in de groep maatregelen nemen tegen drukte en stress. En het is van wezenlijk belang om de eerste signalen van een overbelasting door onbalans en stress te leren herkennen, erkennen en bekennen.

7. Hebben flexibele werktijden een goede of eerder slechte invloed op de werk-privé balans?

Ook dat is niet zomaar te zeggen. Ieder mens is verschillend en zal op unieke wijze reageren op onbalans, drukte en stress. De maatregelen die bedrijven en overheden nemen om de werknemer te helpen zijn niet noodzakelijkerwijs goed voor het individu. Vaak genoeg helpen ze alleen om de omzet en de winst te vergroten en dat gaat maar al te vaak over de ruggen van de werknemers. Flexibele werktijden – flexplekken, flexwerken – kunnen bijdragen aan het bieden van mogelijkheden om de werknemer te helpen de balans te vinden dan wel te herstellen.

Maar het helpt niets als we ons dan nog steeds conformeren aan de bedrijfscultuur van druk-druk-druk en nog steeds niet assertief genoeg zijn om ‘nee’ te zeggen tegen onze baas. Uit onderzoek blijkt keer op keer dat ‘uiterste maatregelen’ niet helpen. Het is dus net zo erg om iedereen te ‘verplichten’ om altijd op kantoor te zijn dan om iedereen maar te laten komen en gaan wanneer het uit komt. Zoals zo vaak ligt de waarheid hier ergens in het midden. Het is de combinatie van ideeën om de werkomstandigheden te verbeteren, met inachtneming van groep zowel als individu, die het beste werken op de langere termijn.

8. Sinds hoelang (ongeveer) wordt een slechte balans tussen werk en privé als een probleem beschouwd?

Sinds de industriële revolutie zijn aanvang nam ongeveer 200 jaar geleden zijn de problemen begonnen. Maar toen werd er nog zes dagen in de week tien uur per dag gezwoegd onder het juk van een door mannen gedomineerde maatschappij. Pas de afgelopen vijftig jaar is de mens waarlijk gemoderniseerd en heeft ze de beschikking gekregen over een heleboel spullen die het leven gemakkelijker moeten maken. En een heleboel schijnbare vrije tijd want we werken nog maar vier tot vijf dagen acht uur per dag.

Maar de technologische en digitale revolutie gaat zó snel dat we het tempo van verandering niet meer kunnen bijhouden. We worden overspoeld met informatie, gedomineerd door internet, geterroriseerd door smartphone, tablet, laptop en pc en we weten van voren niet meer wat we van achteren moeten kiezen. Het is een vloek van de moderne tijd dat we een oneindige hoeveelheid mogelijkheden hebben om een gebalanceerd leven te leiden maar dat we tegelijkertijd lijden onder de vloek en de zucht van chronische sleur, zowel van een overbelasting als van een onderbelasting. De laatste twintig jaar is dat alleen maar erger geworden.

9. Denkt u dat het in de toekomst meer en meer als een probleem ervaren zal worden of denkt u dat het nu eerder een hoogtepunt bereikt heeft?

Goed nieuws: het hoogtepunt is bereikt en het einde van de onbalans is nabij! Hoera! Verheugt u, want er zit de komende twintig jaar een revolutie aan te komen als het gaat om de werkende mens. Er gaan steeds meer stemmen op voor een basisinkomen, in Zweden gaat de 6-urige werkdag ingevoerd worden, verregaande automatisering en robotisering gaan de handen van de zwoegende mens steeds meer vrijmaken – in álle sectoren en branches – en de moderne denkende mens zal niet weten wat ze overkomt.

Het probleem zal niet zozeer zijn om al die tijd vrij te maken; het probleem is dat we niet meer zouden weten wat we ermee zouden moeten doen! We zullen dus opnieuw om moeten leren gaan met de vraag ‘wat zal ik eens gaan doen vandaag?’ en we zullen eraan moeten wennen dat het antwoord mag zijn: ‘HEMMENEKS!’ (Helemaal niets!).

10. Wat is de invloed van een bedrijfscomputer of -smartphone op de werk-privé balans?

Moderne bedrijven kunnen niet meer functioneren zonder automatisering en het gebruik van de computer. Daar is op zich niets mis mee, het hoort bij de moderne tijd en het neemt saai en gecompliceerd werk uit handen. De smartphone daarentegen kan als een ziekte van deze tijd worden beschouwd. Het geeft ons de mogelijkheid om permanent online te zijn, voortdurend met ons werk bezig te zijn door onze mailbox te checken en we zijn verslaafd aan de (a)sociale media. Het straatbeeld is in amper tien jaar tijd volledig veranderd en we zijn voortdurend met onze apparaatjes bezig. We verkwanselen de relatie met onze soortgenoten en we beledigen elkaars sociale intelligentie door te pas en te onpas met onze smartphone te spelen.

Als ik zeg ‘maak het uit met je smartphone’ (maar wel vriendjes blijven) dan bedoel ik dat we elkaar moeten gaan aanspreken op ons gedrag en zelf ook ons gedrag moeten veranderen. Dat we op het werk tijdens vergaderingen de smartphone stil- of uitzetten (en uit het zicht opbergen), dat we geen telefoontjes aannemen als we met iemand face-to-face in gesprek zijn, dat we als we thuis aan de maaltijd gaan de smartphone gerust een keer boven op de slaapkamer mag blijven liggen en dat als we met de trein reizen het helemaal niet erg is om voor die fantastische zonsondergang gewoon uit het raampje te kijken in plaats van op de weer-app te kijken wat er aan de hand is.

11. Is er een verschil tussen mannen en vrouwen?

Voor wat betreft de balans werk/privé is er geen verschil. Moderne werkende mannen en vrouwen zijn even erg. Zodra ze evenveel uren gaan maken en even hard achter hun carrière aan gaan hollen is er geen verschil meer en lopen beide ‘partijen’ gelijke risico’s de bietenbrug op te gaan. Beide ‘soorten’ zijn even gevoelig voor groepsconformatie omdat beiden tot de primatensoort homo sapiens sapiens behoren.

12. Is er een merkbaar verschil tussen hoog- en laaggeschoolden?

Je zou wellicht veronderstellen dat de balans werk-privé eerder wordt verstoord in ‘kantooromgevingen’ dan in ‘productieomgevingen’ maar ik denk dat we ons dan vergissen. Overal waar de werkdruk wordt verhoogd door slecht leiderschap en slecht management, en door groepsconformatie in combinatie met een gebrek aan professionele assertiviteit bij het individu, zijn de risico’s op het verstoord raken van de balans tussen werk en privé even groot. Beide ‘partijen’ zijn dus even ‘dom’ als het gaat om de valkuil van drukte, onbalans, overbelasting, stress en burn-out.

13. Is er een verschil tussen jongere en oudere werknemers?

Wat is ‘jong’ en wat is ‘oud’ en wat betekent dat voor de sector of branche waar je deze vraag stelt? Het enige dat ik kan zeggen is dat de jongere generatie (geboren in de 90-er jaren van de vorige eeuw) hier in het rijke westen, het in het algemeen zó goed heeft en zó verwend en verwaand is geraakt – als er geen wifi is raken ze massaal in paniek en gaan ze zagen en klagen – dat ik me weleens grote zorgen maak. Het is die nieuwe generatie, opgevoed met apparaatjes en luxe en een oneindige hoeveelheid keuzes in relaties, materieel bezit, carrière en vrije tijd, die de toekomstige economie moet gaan draaien.

De technologische en digitale revoluties gaan zó snel dat zelfs de jeugd dit nog nauwelijks kan bijhouden. Zij zijn de generatie die te maken gaat krijgen met het basisinkomen, de zes- en vier-urige werkdag, vergaande automatisering en robotisering, drones, virtuele werkelijkheid en holografie, een oneindige hoeveelheid gadgets om uit te kiezen die het leven almaar gemakkelijker maken en nóg meer vrije tijd genereren. Het is niet zozeer de vraag of de jeugd de toekomst heeft, maar of ze wel om zullen kunnen gaan met een toekomst die ons zó snel om de oren slaat dat we nu al worden ingehaald door homo robotica. Discussies over de werk/privé balans zullen binnen nu en twintig jaar volkomen futiel zijn geworden. We zullen ons veel meer moeten gaan focussen op de gevolgen van een boreout in plaats van een burnout!

Let op mijn woorden.

Dit bericht is geplaatst in Blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *