Toen het anti-klaagboek net uit was vergaderde de redactie van een radioprogramma over de show van de volgende dag. Anti-klagen was één van de onderwerpen en dat moest netjes ingepast worden. Op de vraag “wat vinden jullie ervan?” reageerde een redactielid als volgt:
“Waarom heeft-ie nou toch voor een GELE kaftkleur gekozen?”.
Tja. Mmm.
Laten we daar eens wat dieper op in gaan.
Hoeveel van je gedrag denk je dat je in volle bewustzijn zelf stuurt? Hoeveel van de tijd geloof je dat je zelf verantwoordelijk bent voor je denken, je handelen en je spreken? Jouw autonome zenuwstelsel regelt onder andere je ademhaling, je spijsvertering en je hartslag zonder dat je daarbij hoeft na te denken. Dat is maar goed ook want stel je eens voor dat je dat allemaal zelf moest doen. Vergeet je dan op een dag om je hart aan te zwengelen, je longen te pulseren of je eten te verteren dan leef je niet lang. Onhandig. En evolutionair gezien letterlijk en figuurlijk dodelijk.
Vrije wil
Wij hebben de neiging om de verhouding van ons dagelijks onbewust en bewust handelen totaal verkeerd in te schatten, bijvoorbeeld op 50/50. Studies tonen echter aan dat die verhouding onbewust/bewust wel eens 90/10 zou kunnen zijn! Sommige onderzoekers geloven zelfs dat de vrije wil niet eens bestáát (*). Dat is een wetenschappelijk controversieel onderwerp maar daar gaat het nu niet om. Het gaat er hier om wat we als mens kunnen doen om onze instinctieve neigingen bij te sturen. Want klagen doen we ook instinctief.
Oorzaken
In het anti-klaagboek behandel ik negen oorzaken van klagen. Oorzaak 4 beschrijft dat we “door de evolutie […] geprogrammeerd [zijn] om te focussen op het negatieve en om op negatieve afwijkingen te reageren” (Blz. 69: ‘Oogkleppen tegen het positieve’). Oftewel: we denken niet na voordat we klagen. Dat zit hard-gecodeerd in ons brein omdat het ons altijd heeft geholpen om te overleven. Maar inmiddels zijn we wel een stapje verder gekomen in de evolutie. We hebben wel degelijk de keuze over ons gedrag (en ons geklaag) na te denken voordat we spreken of handelen.
Laat ik een paar voorbeelden geven van ‘hoe het vaak gaat’ en ‘hoe het ook anders kan’.
Voorbeeld 1: nieuwe jas
Je hebt net een mooie nieuwe zwarte jas gekocht en je bent heel tevreden met de aankoop. “Geslaagd!” zeggen we dan. Maar je hebt ook een aantal katten thuis. Als je op een feestje komt wordt je begroet met “Tjonge-jonge, ze zijn weer allemaal over je heen gekropen, he?”.
Da’s nou jammer. Want zo kan het ook:
“Heey, hoe is het? Wat een leuke jas, zeg! Staat je erg goed. Zonde van die kattenharen. Wist je trouwens dat er van die plak-rollers zijn om dat uit je kleren te krijgen?”
Voorbeeld 2: rockfoto’s
Je hebt gefotografeerd tijdens het optreden van je zoon en zijn rockbandje. Het was in een donkere muziekkelder maar je wilde geen flits gebruiken om het “rauw” op de foto te krijgen. De foto’s zijn erg goed gelukt; alle muzikanten staan er heel stoer en lekker korrelig op. Je laat de foto’s zien en hoort: “Tjonge-jonge, wát een ruis op die foto’s, zeg! Was je flitser stuk?”
Da’s nou jammer. Want zo kan het ook:
“Is dat je zoon? Ik wist niet dat hij gitaar speelde. Wat leuk! En wat een stoere band zeg! Ziet er vet uit allemaal. Goed gefotografeerd ook. Heb je er bewust voor gekozen geen flits te gebruiken?”.
Voorbeeld 3: vioolspelen
Je dochter zit op eerstejaars vioolles en heeft haar eerste muziekstukje ingestudeerd. Op het feest van opa en oma mag ze het voordragen. Ze is erg zenuwachtig maar het gaat hartstikke goed. Vlak na het applaus zegt oma: “Je hebt maar één foutje gemaakt in het tweede deel”.
Da’s nou jammer. Want zo kan het ook:
“Goed gedaan zeg! Je bent enorm vooruit gegaan en het klinkt hartstikke goed! Ik ben heel trots op je. Goed blijven oefenen hoor, dan kom je vast nog een keer op TV!”.
Voorbeeld 4: visitekaartjes
Je bent lekker druk geweest met je nieuwe visitekaartjes en logo en je hebt ze zojuist binnengekregen. Ze zijn goed gelukt en je kleurige logo spat er van af. Trots laat je het resultaat zien aan een vriend en die zegt: “De randjes zijn wel heel erg rafelig, zeg!”.
Da’s nou jammer. Want zo kan het ook:
“Goed gelukt, zeg! Schitterend dat logo en de kleuren zijn goed in balans. Origineel aangepakt. Misschien moet je nog eens kijken of je die randjes kunt nabewerken. Dat doet een beetje afbreuk aan de kwaliteit”.
Voorbeeld 5: talentenshow
Er is een live talentenshow op TV. Het ene na het andere zangtalent komt voorbij en het geheel is professioneel uitgewerkt qua podium, geluid en aankleding. Eén van de favorieten komt op en zingt de sterren van de hemel. Je vriendin zegt: “Hoe heeft ze zich in dat vreselijke jurkje kunnen hijsen? Die kleur! Afschuwelijk!”.
Da’s nou jammer. Want zo kan het ook:
“Wow, wat kan die meid zingen! Kippenvel! Leuk wat ze met haar haar gedaan hebben en ze staat stoer op die hoge hakken. Kijk ze eens stralen. Dat jurkje vind ik echter geen succes”.
I rest my case
Zeuren, zaniken, nit-picken, muggeziften; het zijn allemaal keuzes. Als we ons maar bewust zijn van onze natuurlijke neiging alleen de negatieve afwijkingen te benadrukken dan kunnen we ons commentaar op anderen ook op een positieve manier inkleden. Zoals je in de voorbeelden hierboven ziet is het prima om een kritische opmerking te maken. Maar als we eerst een mooi tapijtje leggen dan klinkt het niet alleen veel beter maar bereiken we ook veel meer.
Het redactielid uit de inleiding had dus ook kunnen zeggen:
“Wat een leuk boek, zeg! Het is heel herkenbaar, leuk vormgegeven en het onderwerp spreekt me erg aan. Leuke anekdotes ook. Maar ik zou voor een andere kaftkleur gekozen hebben”.
(*) Lees bijvoorbeeld maar eens “De vrije wil bestaat niet” van Victor Lamme (Uitgeverij Prometheus)